Schaamte is een gebrek aan empathie met jezelf

Toen mijn dochter zich jaren geleden eens niet zo voorbeeldig gedroeg in de supermarkt (zeuren, krijsen, iedereen heeft het wel eens meegemaakt als ouder of omstander), nam ik het besluit om me niet voor mijn kind te schamen. En ik maak dingen vaak groot (soms te groot, maar in dit geval pakte het goed uit): ik nam het besluit om me nooit voor mijn kinderen te schamen. En het lukt me heel goed om me daaraan te houden. Af en toe heb ik een gesprekje met mezelf in m’n hoofd: “Ben je je nou aan het schamen voor hoe je kind het doet? Dat gaan we dus niet doen”. Eigenlijk vind ik het best makkelijk om me aan deze leefregel te houden.

In het boek Intimiteit van Paul Verhaeghe staat dit lijstje van dingen waar mensen zich soms voor schamen:

  • “Schaamte voor mijn lijf (ik ben te klein, te mager, te dik)
  • Schaamte over mijn afkomst (mijn ouders zijn te burgerlijk, of te alternatief, of te dom, of ze spreken te plat)
  • Schaamte over mijn kinderen (ze voldoen niet aan de verwachtingen, de kinderen van mijn zus doen het veel beter op school)
  • Schaamte over mijn beroep (wat ik doe stelt niets voor), over mijn opleiding “

Hoe zou het zijn om hier allemaal mee te stoppen. Het eerste stapje, niet schamen voor mij kinderen, ging bij mij heel goed, dus misschien lukt de rest ook wel.

Soms ben je je niet eens bewust van het gevoel van schaamte (“ik schaam me nooit”). Ik had dat vroeger ook (en nog wel eens). Ik was (of mij ego is) overtuigd van mijn eigen gelijk en eigenwaarde, maar ik denk inmiddels te weten dat ik me vooral zo ongenaakbaar opstelde om zo afwijzing te vermijden. Als ik jou vooraf vast bestempel als onaardig of dom, dan kan het me niet raken als je mij onaardig of dom noemt. Voorbij de schaamte ligt de angst voor afwijzing. Alleen al daarom is stoppen met schamen een mooie eerste stap.